Crisismaatregel bij middenmoter Ajax: spelers gaan trainen

Na de wat wisselende resultaten van de laatste weken is het alle hens aan dek bij Ajax. De spelers zijn daar de dupe van. Zij moeten wekelijks een aantal trainingen bijwonen. Het zorgt vooralsnog voor veel onrust binnen de spelersgroep.

Het was maandagmiddag bedrijvig, op het normaal zo rustige complex De Toekomst. Kort na het middaguur betrad de in trainingspak gehulde trainer Maurice Steijn het veld, met onder zijn rechterarm een stapel pylonnen en een net met ballen over de linkerschouder. In zijn kielzog sjokten de godenzonen onder hem aan, met zichtbare tegenzin. Toevallige passanten keken elkaar verbaasd aan en legden het zeldzame tafereel vast met hun telefoons: wat gebeurt hier?

Geen zin in

Ook Steijn was not amused, liet hij ná de training merken. ,,Toen ik hier begon, is mij niet verteld dat ik met de spelers moest gaan trainen. Dat verwacht je hier toch niet; spelers van Ajax hebben geen training nodig, dacht ik. Maar vanmorgen kreeg ik een appje van technisch directeur Sven Mislintat: ‘Het lijkt me goed als jullie eens gaan oefenen.’ Nou ja, dat doe je dan maar. Maar ik ga dit dus niet elke dag doen. Daar hebben de jongens helemaal geen zin in. En ik ook niet.”

Onwennig luisteren de spelers van Ajax naar instructies. Beeld: YouTube/AFC Ajax

‘Flauwekul’

De altijd uitgesproken en spraakzame aanvaller Steven Bergwijn was er al snel klaar mee. “Ik dacht al meteen: wat doe ik hier? Rondjes lopen, inspeeloefeningen, afwerken, sprintjes, een partijspel … Wat een flauwekul. En zo dacht iedereen erover hè! Maandag overdag trainen; wie bedenkt zoiets? Denkt Ajax dat ik geen baan heb of zo?”

Twee keer per week

Volgens Mislintat is het zeker niet de bedoeling dat de Ajacieden iedere dag gaan trainen. “In principe trainen we twee keer per week: op maandag- en woensdagochtend. Maar als een speler een keer niet kan, doen we daar echt niet moeilijk over; we staan tenslotte keurig in de middenmoot. Het belangrijkste is dat de jongens voor hun plezier voetballen en niet te veel druk ervaren. Als we té veel gaan verplichten, stoppen sommigen misschien en valt het elftal uit elkaar. Dat zou jammer zijn. Het is net zo’n hecht, gezellig collectief!”