Op de dag van de oefeninterland Nederland – Spanje heeft Spaans international Marco Asensio een bijzondere onthulling gedaan. De aanvaller liet in gesprek met de NOS ontvallen dat hij een Nederlandse moeder had. Dat is nogal een openbaring; nooit eerder is daarover iets gezegd of geschreven.
,,Si, ik had een Nederlandse moeder”, zei Asensio woensdagochtend tegen NOS-commentator Bert Maalderink. ,,Ik heb daar nooit over gesproken. Waarom niet? Omdat ik niet wilde dat Sierd de Vos dat iedere keer zou aanhalen wanneer er een wedstrijd van Real Madrid op Ziggo Sport zou komen. Ik heb liever dat hij het over restaurants heeft. Die hebben zijn steun hard nodig in zware economische tijden, zoals nu.”
Zijn moeder, Marijke Willemsen, overleed toen Marco vijftien was. Maar op dat moment had hij er allang voor gekozen om voor Spanje uit te komen. ,,Toen ik vijf was, speelde ik bij de Benjamins van Excelsior. Op een dag zag ik commentator Joep Schreuder op ons sportpark, die allerlei antwoorden in de mond wilde leggen van spelers van Excelsior-1. Toen zei ik: mam, pap, dit wil ik later niet. Rij maar naar Madrid. Sindsdien speel ik bij Real. Het tempo is daar een tandje hoger dan bij Excelsior, maar het gaat lang niet slecht.”
Ook al is de aanvaller al lange tijd weg uit Nederland; hij is het land van zijn moeder nooit helemaal uit het oog verloren. ,,Ik weet dat de mensen hier buitengewoon intelligent zijn. Iedereen is bondscoach, viroloog en volgens mij sinds kort ook Amerikadeskundige. Dat vind ik knap. Het geeft wel aan dat de Nederlanders ijverig en ambitieus zijn. Zoiets zie ik in Spanje niet gebeuren. Daar slaapt iedereen liever tussen de middag.”
Asensio’s voornaam, Marco dus, heeft alles te maken met het rijke voetbalverleden van ons land. ,,Mijn ouders waren helemaal gek van het Nederlandse voetbal. Vroeger stond in Spanje de hele dag Eurosport op. Wanneer Eurogoals de doelpunten van de Nederlandse competitie liet zien, was het muisstil in huis. Mijn naam is ook een directe verwijzing naar misschien wel de grootste Nederlandse voetballer aller tijden. Een grote speler van wie we door blessures helaas veel te weinig hebben kunnen genieten: Marco van Ginkel.
Asensio, die in januari zijn 25e verjaardag al dan niet viert, spreekt tegenwoordig nog weinig Nederlands. ,,Sowieso praten we, wanneer we met het Spaanse team bij elkaar zijn, voornamelijk Spaans. Soms gooi ik er nog onbewust een zinnetje Nederlands tegenaan. Gisteren riep ik op de training bijvoorbeeld ‘Waar ben je mee bezig, non-valeur?’, tegen Sergio Ramos. Hij begreep natuurlijk prima wat ik bedoelde en bood daarna ook netjes zijn excuses aan. Maar meestal houd ik het bij Spaans, tenzij ik met fans van Real Madrid spreek. Dan schakel ik over op Catalaans. Kunnen ze waarderen.”
Zijn contract bij Real Madrid loopt nog tot de zomer van 2023. Wat er daarna gebeurt, weet hij nog niet. ,,Dan ben ik 27 en nader ik de finale van mijn bestaan als voetballer. Of ik ooit nog terug wil naar Excelsior? Zeg nooit nooit, maar ik denk het niet. Want dan gaat het er bij Studio Voetbal waarschijnlijk de hele tijd over dat ik een Spaanse vader heb.”
Mocht Asensio vanavond scoren in de Johan Cruijff ArenA, dan zal hij niet juichen. ,,Niet uit respect voor Nederland, hoor. Maar wel omdat ik mijn buik helemaal vol heb van die onbeduidende interlands in lege stadions in coronatijd.”